Overzicht digitale en grafische vaktermen
van Banderol tot Broodtekst
B
Banderol: een bedrukte papieren wikkel om een boek, brochure of verpakking die ingezet kan worden als verkoopstimulerende aandachttrekker bijvoorbeeld bij een introductie of een kortingsactie. Vroeger werd hiermee het papieren belastingbandje om een sigaar aangeduid.
Beeldbewerking: het digitaal bewerken van een afbeelding (meestal een foto) met Adobe Photoshop of andere beeldbewerkingsprogramma’s. Denk bijvoorbeeld aan het aanpassen van kleuren en contrast, retoucheren van beeldelementen en het toevoegen van elementen uit andere foto’s. Sommige huisstijlen gebruiken altijd bewerkte foto’s om de herkenning te vergroten. Zo kan er bijvoorbeeld consequent een kleurtoon uit het logo aan foto’s worden toegevoegd.
Binnenwerk: de al dan niet samengebonden katernen van pagina’s binnen een omslag van een boek of brochure. Een binnenwerk van een boek bestaat doorgaans uit katernen van zestien pagina’s, een brochure is opgebouwd uit minimaal twee katernen van vier pagina’s. Zie ook inslagschema.
Bitmap: een afbeelding die uit pixels is opgebouwd. Een pixel kan 1 to 24 bits bevatten (de kleurdiepte) waarbij met 1 bit alleen zwart of wit weergegeven kan worden. Met 8 bits kunnen 256 kleuren en met 24 bits kunnen 16 miljoen kleuren weergegeven worden. De bekendste bestandsoorten die gebaseerd zijn op bitmaps zijn: JPG, TIFF, PICT, PNG en GIF. Voordat internet gemeengoed werd, gebruikte Microsoft Windows de BMP-bestandsindeling, maar door de forse grootte van de bestanden is BMP uit de gratie geraakt ten gunste van o.a. JPG.
Bladspiegel: het totale formaat van een pagina, dus inclusief zetspiegel en marges.
Blinddruk of prägen/pregen: het drukken van een tekst of afbeelding in reliëf in papier met behulp van een metalen blindstempel. Het reliëf kan diep liggen of juist op het papier en kan desgewenst later worden bedrukt met o.a. inkt, spot uv-lak of metallic foliedruk om een bijzonder, meestal glanzend effect te bereiken. Deze combinatietechniek is vooral geliefd bij ontwerpers van boekomslagen en luxe visitekaartjes.
Bagetteren: het voorzien van posters, kalenders of ander drukwerk van een metalen of kunststof strip aan de bovenzijde (de baget), eventueel met ophangoog.
Banner: benaming die zowel voor digitale webbanners als voor fysieke rollup-banners gebruikt wordt.
BNO: Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers. De organisatie heeft als doel om de belangen en ontwikkeling van ontwerpers in Nederland te ondersteunen. Het lidmaatschap van de BNO is te verkrijgen na het voldoen aan hun toelatingseisen, wat opdrachtgevers meer zekerheid geeft over het kwaliteitsniveau van de aangesloten ontwerpers.
Bold: de Engelstalige aanduiding voor vet gemaakte tekst. Sommige lettertypen zijn in een aantal varianten van bold beschikbaar zoals semibold, extra bold of black.
Breedlopend: de richting van de vezels in een door de papierfabriek geproduceerd vel papier is evenwijdig aan de korte zijde van het papier. Bij een staand A0 vel papier (1189 mm hoog x 841 mm breed) lopen de vezels dan dus horizontaal.
Brochure: een gedrukt item met minimaal acht pagina’s, gebonden of geniet. De term ‘brochure’ wordt vaak abusievelijk gebruikt als het om een folder gaat, wat een uit het Engels afkomstige benaming voor een gevouwen vel papier is. Een brochure heeft vaak als doel om de lezer te interesseren voor een dienst, product of visie.
Broodtekst: ook wel ‘platte tekst’ of ‘body’ tekst genoemd. Broodteksten zijn aaneengesloten teksten verdeeld in alinea’s en verwerkt in tekstkolommen. Leesboeken en bijvoorbeeld een website als Wikipedia bestaan grotendeels uit broodtekst. De naam broodtekst is van oudsher gerelateerd aan het feit dat auteurs en tekstschrijvers het grootste deel van hun dagelijks brood verdienden aan de platte tekst in een publicatie. Andere onderdelen in een tekst kunnen zijn: intro, kadertekst, kop, subkop, bijschrift, noot en dergelijke.